Wat er aan de oprichting van de Stichting Fikre Alem vooraf ging
Het verhaal begint in oktober 2004, als Marco en Astrid horen dat ze de ouders mogen worden van een prachtige dochter uit Ethiopië. De tijd tot  ze naar haar toe mogen reizen wordt goed gebruikt. Astrid plaatst op de Margrietschool in Halfweg waar zij werkt een oproepje: wie heeft er nog schoolspullen en speelgoed voor Ethiopië? De spullen stromen binnen!
Half februari 2005 mogen ze reizen. Gelukkig willen hun reisgenoten ook wat kilo’s op hun ticket zetten; alles kan mee! Na een nacht in Addis vliegen zij verder naar Mekelle in Tigray, de stad waar de hongersnood in 1984 het grootst was, de stad van Bob Geldof’s Life Aid. Hun gids en sindsdien goede vriend Bisrat Mesfin leert Astrid en Marco de stad van  hun dochter kennen. Hij laat de mooie, maar ook de scherpe kanten van het leven in Tigray zien en vertelt hen zijn levensverhaal. Als overlevende van de hongersnood, heeft hij kunnen studeren met steun van een Engelse organisatie (A-CET) en weet dus als geen ander hoe belangrijk het is om te mogen leren. Hij trekt zich het lot aan van de kinderen in Tigray en doet er alles aan om ook hen de kans te geven die hij kreeg. Daarom zet hij zich actief in voor EYES (Ethiopian Youth Educational Support).

Astrid vertelt Bisrat over de spullen die ze hebben meegebracht en vraagt of hij een school weet die de spullen goed kan gebruiken. Bisrat vraagt of Marco en Astrid het niet vervelend vinden om dan een stuk te rijden naar buiten de stad; daar weet hij wel een school waar ze echt hulp nodig hebben. Of ze met hem daar naartoe willen? Graag!

Noodlokaal van grade 1
Noodlokaal van grade 1

De asfaltweg vanuit Mekelle brengt hen ongeveer 40 kilometer naar het zuiden, voorbij de plaats Adigudom. Daarna volgt nog een kilometer of 5 over een dirt track. Bestemming is de “Fikre Alem” Elementary School(“Wereld Liefde” basisschool), die lijkt te staan ‘in the middle of nowhere’. Onderweg vertelt Bisrat ons dat de Fikre Alem School is gebouwd door de boerengemeenschap zelf en staat op een plaats die voor zo veel mogelijk kinderen bereikbaar is. Het Ministerie van Onderwijs van de provincie Tigray heeft de school een aantal jaren geleden erkend en betaalt de salarissen van de leraren, de lesboeken van de kinderen en de krijtjes. Omdat de provincie Tigray binnen Ethiopië één van de armste is, is er geen budget voor meer dan dit.

Het is bijzonder dat veel kinderen naar school gaan, want het is een kans, maar ook een enorm risico voor de gezinnen. Die zijn door hun kinderen naar school te sturen voor een deel van de dag hun arbeidskrachten kwijt. De ouders zijn veelal ongeschoolde, analfabetische boeren, die jaarlijks vechten tegen de hongersnood. Zij besloten een droom waar te maken: een school voor hun kinderen. Ze wisten middelen bij elkaar te halen om een school van vier natuurstenen klaslokalen te bouwen. Voor vloeren, schoolbanken en borden was geen geld, zeker niet nadat jaar op jaar de oogsten als gevolg van de droogte mislukten.
 

De lessen zijn in volle gang als Astrid en Marco aankomen bij de school. Ze mogen rondkijken in een lokaal dat bijna af is. De vensteropeningen zijn klein, er zit geen glas in de sponningen en de ramen zitten hoog in de muur. Er komt weinig daglicht naar binnen, maar het is een echt lokaal met vier muren en een dak. Iets anders zijn de vier  ‘noodlokalen’ die aan de achterkant tegen het gebouw aan zijn gemaakt: van natuursteen is een halve cirkel gestapeld, palen zijn de muur en daarop rust een dak van takken met bladeren eraan.

Fikre Alem 2005 (grade 3)
In het noodlokaal van klas 3

 

De kinderen zitten beschut tegen de zon, maar het bouwsel is natuurlijk onbruikbaar in de regentijd en klein voor de 40 tot 50 kinderen die er les krijgen. We mogen binnen kijken, maar passen er nauwelijks bij en kunnen niet rechtop staan.

Niemand draagt een schooluniform; dat zou voor veel kinderen onbetaalbaar zijn en naar school gaan onmogelijk maken. In klas 1 en 2 zitten vier tot vijf kinderen in lessenaars gemaakt voor twee. In klas 3 en 4 zitten de kinderen op een stapeltje stenen of een bult van leem, lesmaterialen op schoot.

Geen ideale schoolomstandigheden en toch zijn deze kinderen zo trots en gemotiveerd! Marco en Astrid worden enorm gegrepen door hun wilskracht en trots: I’m a student! Ze lopen elke dag 1 tot 2 uur heen en terug om te kunnen leren, vaak rennend! Na de schooldag wacht hen nog het werk thuis, zoals vee hoeden, water dragen en zorgen voor jongere broers en zussen.
Fikre Alem 2005 (wandplaat)
Zelfgemaakte wandplaten als lesmateriaal

Ook voor de leraren zijn het geen makkelijke werkomstandigheden. Er is niets dan het minimale lesmateriaal en de wandplaten zijn zelfgemaakt. Ze komen vaak net als de kinderen lopend naar de school.

Na de rondleiding overhandigen we de spullen uit Nederland officieel aan de directeur en krijgen we een koffieceremonie met het team. De directeur vertelt ons de grootste wens van de school: meer lokalen. Er zijn meer kinderen die naar school willen, maar de lokalen zitten overvol. Bovendien zijn er nu officieel vier lokalen en er mag dus les worden gegeven in klas 1 tot en met 4. Voor de meeste leerlingen is de school met klas 5 tot en met 8 te ver lopen, waardoor ze de school verlaten als semi-analfabeet.

Aan het eind van het bezoek worden Marco, Astrid en Bisrat uitgezwaaid door alle leerlingen. Ze zijn diep onder de indruk van dit bezoek en tegelijk geïnspireerd door al die hoop en wilskracht. Al op de terugweg naar Mekelle staat het besluit vast: “Dit project gaan wij steunen!”

Terug in Nederland gaan Astrid en Marco aan de slag, geholpen door vele anderen. Ze verkopen Ethiopische Milennium-armbandjes (er zijn er nog een paar!), de Margrietschool doneert de opbrengst van de sponsorloop en ook Astrid’s nieuwe school, basisschool Willibrord/Miland in Bodegraven zet zich in voor het goede doel en schenkt de opbrengst van de Kerstmarkt.  De Fikre Alem School wordt gekozen tot ‘goede doel’ op Marco’s school, het Coornhert Gymnasium in Gouda. Zijn leerlingen en collega’s zetten inzamelingsacties op en bij de opening van de nieuwbouw vraagt de school een donatie in plaats van bloemstukken.  De betrokkenheid van Marco’s leerlingen is zo groot, dat hij in oktober 2007 met collega’s Colette en Saskia en een groep leerlingen naar Ethiopië reist om de Fikre Alemschool en mogelijke nieuwe projecten te bezoeken. 

Dankzij alle acties en donaties heeft de Fikre Alem School nu 12 echte lokalen waarin les wordt gegeven aan klas 1 tot en met 8 en kunnen er nu bijna 800 kinderen naar school! De Fikre Alem School is klaar voor de toekomst, maar A-CET en EYES gaan door; er wachten nog enkele scholen op uitbreiding. Ook wij gaan door en steunen hen bij de verbouwing van de Dansa-school in Dejen. Marco’s leerlingen vertellen waar ze maar kunnen over hun ervaringen in Ethiopië, basisschool Willibrord/Miland doneert de volledige opbrengst van het feestjaar ‘100 jaar Milandschool’ voor de bouw van de Dansaschool en er volgen nog vele andere gulle gevers. Opnieuw lukt het om genoeg geld bij elkaar te krijgen; in oktober 2010 zijn Marco en Colette als eregasten aanwezig bij de feestelijke opening van de nieuwbouw. 

ons nieuwe logo

Omdat Colette, Saskia, Marco en Astrid hun werk voor de schoolprojecten in Tigray graag willen blijven voortzetten, richten zij in 2010 Stichting Fikre Alem op. Meer informatie over de NGO’s waarmee de stichting samenwerkt, is te vinden op www.a-cet.org (Engelstalig) en op EYES (Engelstalig).